OPS support en kwaliteit’, zo luidt de job van Barbara Drieghe bij Sereni in Antwerpen-Zuid. Maar achter die korte omschrijving zit zoveel meer. “Het is ieders fundamentele verantwoordelijkheid om erachter te komen wat zijn missie is in dit leven. Eens je die missie gevonden hebt, lijkt het alsof de dingen gewoon voor jou gebeuren en klikt alles in elkaar” zegt Barbara. En of ze dat zelf heeft waargemaakt. Een kennismaking.
De krant De Standaard zocht Barbara Drieghe al in 2009 op. Het stuk legde de focus op nieuwe rituelen bij rouwverwerking. Lag hier misschien de kiem van haar latere loopbaan bij Sereni?
“Ik heb al lang een lijntje met de dood lopen. Ik weet nog altijd niet wat dat juist is. In 1994 is één van mijn beste vriendinnen verongelukt. Ze werkte als stewardess en reed ‘s avonds na een vlucht naar huis. Op een donkere autosnelweg reed ze in op een spookrijder die zijn auto in het midden van het rijvak had stilgezet.
Ze lag opgebaard in de koele catacomben van het UZ in Gent. Van haar familie mocht ik haar toen dagenlang samen met hen gaan groeten, daarvoor ben ik die mensen nog altijd dankbaar. Het leek alsof ze sliep, zo mooi lag ze daar. Bij elk bezoek vond ik dat steeds minder eng. Natuurlijk was het een afschuwelijke gebeurtenis, ik heb erg veel gehuild. Maar daar is die link met mij en de dood begonnen, vermoed ik. Zoveel jaar later overleed een familielid van mijn toenmalige partner. Ik wou heel graag die uitvaart modereren. Ik had dat nog nooit gedaan. Zou ik dat wel kunnen? Ik kreeg carte blanche. Maar ik wou geen tekst voorlezen die ik in de handen kreeg geduwd. Ik wou met rouwenden tijd nemen, praten, luisteren en begon daarna zelf te schrijven.
Ik vertelde over de rode draad doorheen het leven van die overleden man. Dik rood garen had ik symbolisch rond de kist gewikkeld, die draad liep dan door het gangpad naar buiten. Net voor de plechtigheid begon, stond ik alleen in die aula. Toen voelde ik in heel mijn lijf dat ik daar gewoon moest zijn. Ik begreep toen wat het betekende om een roeping te ervaren. Ik dacht altijd dat het een roeping iets was voor religieuzen. Niet dus. Kort daarna nam ik contact op met uitvaartondernemer Bruno Quirijnen uit Brasschaat, met de boodschap dat we misschien iets voor elkaar konden betekenen. Hij gaf mij een kans. Ik begon uitvaartplechtigheden voor hem te modereren. Ik blijf hem daar eeuwig dankbaar voor. Ik had geen ervaring, maar wist dat ik dat goed zou doen. Het klinkt misschien pretentieus, maar het is niet zo. Het is iets dat ik gewoon wist.”